Levensbeschouwing, leeftijd, beroep, etniciteit, gender en vechtsport achtergrond spelen geen rol. Iedereen mag Wing-Chun beoefenen.
Respect voor elkaar tijdens het trainen is zeer belangrijk. Juist omdat er een vechtsport wordt beoefend kun je geïrriteerd raken als iets niet gaat zoals je wil. Beheers daarom altijd je boosheid, irritatie, woede en andere vormen van negatieve emotie.
Vanuit de Associatie stimuleren wij altijd om respect te tonen naar andere vechtsporten en vechtkunsten. Ook stimuleren wij altijd om open en respectvol te handelen naar andere Wing-Chun stromingen.
Wing-Chun is een vechtsysteem. Het is een individuele aangelegenheid, het zijn jouw persoonlijke voortgang en prestaties die tellen. Echter, de trainingswijze binnen de Associatie stimuleert een teamgeest.
Doordat iedereen binnen een team goed samenwerkt maakt het hele team goede vorderingen. Daarnaast heb je binnen het Wing-Chun altijd een trainingspartner nodig om de technieken te beoefenen.
Om als team effectief te zijn is een goede en prettige trainingssfeer zeer belangrijk. Voor een goede sfeer binnen de organisatie is het belangrijk dat je een ander succes gunt. Als een ander beter is of sneller vorderingen maakt, leer daar dan van. Help elkaar!
De titels voor gradaties die gehanteerd worden op kungfu scholen in China vloeien voort uit het familiesysteem. Een leraar, “sifu”, betekent letterlijk vader. Een grootmeester, “sigung”, betekent letterlijk grootvader. “Sipak” en “sisuk”, worden letterlijk vertaald als oom en worden gehanteerd als leraren-titel van een andere school, maar zijn wel afkomstig van dezelfde “sigung”.
Binnen de Associatie hanteren we niet de Chinese titels, maar wel de Chinese gedachte. We zien alle Wing-Chun beoefenaars, binnen en buiten de Associatie, als familie. Tenslotte stammen de meest gangbare stromingen in Nederland af van Wang Kiu, Wong Shun Leung, William Cheung, Leung Ting, of Chu Shong Tin en hebben ze allemaal Ip Man als grootmeester.